„Zolang er nog één mens op aarde is die God niet kent en Hem niet boven alles liefheeft mag je geen ogenblik rusten. Zolang God niet overal verheerlijkt wordt mag je geen ogenblik ruste’.”
Pater Franciscus van het Kruis Jordan in zijn Geestelijk Dagboek II, 1 (20.12.1894)
Pater Jan en Pater Kumar maken deel uit van de religieuze gemeenschap van de salvatorianen, gesticht is door Pater Jordan. Als zodanig verrichten zij hun werk in Suriname.
Korte levensbeschrijving van Pater Franciscus Maria van het Kruis Jordan (1848-1918)
Pater Franciscus Maria van het Kruis (Jan Baptist) werd op 16 juni 1848 in het dorpje Gurtweil (Zwarte Woud, Duitsland) geboren. Zijn doopnaam was Jan Baptist. Hoewel hij reeds van jongs af aan priester wilde worden, viel er aan studeren niet te denken wegens de schrijnende armoede bij hem thuis. Aanvankelijk werkte hij als decoratieschilder. Dank zij privélessen door bevriende priesters en met ondersteuning van enkele weldoeners zou hij zijn droom op priester te worden uiteindelijk toch kunnen verwerkelijken.
Tijdens zijn studietijd groeide de wens in hem om een organisatie te stichten die als doelstelling zou hebben het geloof verdiepen, verspreiden en verdedigen. In die groep zouden zowel mannen als vrouwen samenwerken voor het welzijn van de katholieke Kerk. Na zijn priesterwijding (1878) kon hij niet actief worden in Duitsland. Daar verhinderden de wetten van de antikatholieke ‘Kulturkampf’ elke vorm van pastoraal werk. Daarom stuurde zijn bisschop hem naar Rome om Oosterse talen te studeren, waarvoor hij het nodige talent bezat. In het Midden Oosten kon hij later zijn talenkennis verdiepen. Gedurende een reis naar het Heilige Land mediteerde en bad hij veel. Na zijn terugkeer in de Eeuwige Stad in 1880 kreeg hij van paus Leo XIII de toelating en de zegen om een Apostolisch Leergezelschap, bestaande uit drie graden, in het leven te roepen. Officieel startte de eerste graad op 8 december 1881.
De oorspronkelijke plannen van Pater Jordan ontwikkelden zich later tot de huidige Sociëteit van de Goddelijke Heiland of de salvatorianen (de mannelijke tak) en de Congregatie van de Zusters van de Goddelijke Heiland of de salvatorianessen (de vrouwelijke tak). De rest van zijn leven wijdde hij aan de stabilisering van zijn stichting. Hij stichtte meerdere huizen in Europa, in Noord- en Zuid-Amerika en stemde toe in de overname van een missie in India (Assam). De Sociëteit heeft vanaf het begin de idee van de universaliteit in haar charisma. Daarom wil zij met alle middelen die de liefde Gods ingeeft, de Heiland verkondigen, opdat alle mensen Hem leren kennen en liefhebben.
Pater Jordan geloofde rotsvast in de Goddelijke Voorzienigheid. Dat wordt duidelijk bij het lezen van zijn Geestelijk Dagboek. Door het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog werd Pater Jordan gedwongen Rome te verlaten. Hij verhuisde naar Fribourg in Zwitserland, waar hij zijn laatste jaren zou doorbrengen. Hij stierf op 8 september 1918 in Tafers. In 1943 werd het proces van zaligverklaring ingeleid.
Geschiedenis Salvatorianen
De Societas Divini Salvatoris (kortweg SDS) is een religieuze gemeenschap met pauselijke goedkeuring, opgericht in Rome op 8 december 1881 door de Dienaar Gods Pater Franciscus Maria van het Kruis Jordan (doopnaam Johan Baptist Jordan).
De bedoeling van Pater Jordan was om een Apostolisch Leergezelschap in het leven te roepen, bestaande uit drie afdelingen of graden. Tot de eerste graad behoorden priesters en leken die het volle lidmaatschap aanvaardden, in de tweede graad zaten mensen die als geleerden en schrijvers de wetenschap beoefenden, en de derde graad werd gevormd door gewone leken, die de andere twee graden zouden ondersteunen. De eerste graad van dit Apostolisch Leergezelschap nam vanaf 8 december 1881 vaste vormen aan. Later zou men spreken van het Katholiek Leergezelschap, daar de eerste naam niet in de smaak viel bij de Romeinse autoriteiten.
Na verloop van tijd, mede door toedoen van de toenmalige opvattingen in kerkelijke kringen, kwam Pater Jordan tot de conclusie dat zijn stichting veranderd moest worden in een formele religieuze kloostergemeenschap. Dit gebeurde op Palmzondag 11 maart 1883 in de Sint-Pieter te Rome, toen hij religieuze geloften aflegde en voortaan de naam Franciscus Maria van het Kruis Jordan zou dragen.
De Sociëteit groeide snel. In 1889 waren er al 152 priesters en broeders. Vanaf het begin had de stichting een internationaal karakter. Tien jaren na de oprichting van de Sociëteit stuurde Pater Jordan reeds jonge confraters naar Assam (India).
In 1893 werd de naam van Jordans stichting nogmaals veranderd, nu werd het Sociëteit van de Goddelijke Heiland (salvatorianen). De nieuwe naam bleek een goede keuze te zijn, omdat deze het karakter en de doelstellingen van de stichting treffend weergaf. De woorden van de Goddelijke Heiland die de Stichter van de salvatorianen inspireerden, zitten er duidelijk in vervat: ‘Dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige ware God, en Hem die Gij gezonden hebt, Jezus Christus’ (Joh. 17.3).
Bron: www.sds.org